In West-Friesland zetten de kinderen een stoel bij de haard: ‘stoeltje zetten’. Kinderen kregen hier onder andere glazen knikkers, wat speculaas en een mandarijntje op hun stoeltje. Kinderen van twaalf jaar kregen een zakje met gort: zij waren ‘gortig’. In WestFriesland ventten mensen langs de deur met speculaas om wat bij te verdienen.
Men verkocht ‘rokken’ speculaas: een halve speculaaspop (de rok).Gortig Nog steeds vragen in West-Friesland kinderen elkaar of ze ‘al gortig zijn’: een kind dat nog niet weet wat dat betekent, gelooft nog in Sinterklaas (mededeling Robert Jansen).
Een andere mogelijke verklaring is de volgende. Aan het eind van de middeleeuwen was ‘gortig’ verwant met ‘gard’, Zoals bij roe beschreven, had een roe of gard te maken met vruchtbaarheid. Dus als je gortig bent, verkeer je in de vruchtbare periode en doe je niet meer aan Sinterklaas.