Op 6 december I888 was hier de eerste gedocumenteerde → intocht in ons land, waarbij Sinterklaas in levenden lijve als ‘Grijze Bisschop’ te aanschouwen was, volgens een ingezonden krantenbericht (Bijlage 35). Verder waren er een erewacht en een stoet van engelen en bedienden. Overigens ging men er hier van uit dat Sinterklaas behalve een duivel ook een vrouw bij zich had: een man verkleed in vrouwenkleren.
Het Sint-Nicolaasgilde, voortgekomen uit de Sint-Nicolaasbroederschap, werd in 1640 opgericht. Tot ongeveer 1798 was dit gilde een beroepsvereniging van bakkers, molenaars, kooplieden en winkeliers. In de Franse tijd werden alle gilden opgeheven, waarna het Sint-Nicolaasgilde vooral een gezelligheidsvereniging werd. Op 6 december, de feestdag van Sint-Nicolaas, werd een mis gelezen. De intocht van I888 werd georganiseerd door Fanfare Euterpe. In 1924 fuseerde het Sint-Nicolasasgilde en het Sint-Nicolaascomité.
De optochten werden in de eerste jaren op de zondag rond 6 december gehouden, soms zelfs op 7 december. Het gilde bezit de gildeboeken vanaf 1686 (Liber fraternitatis S. Nicolai). Het tweede gildeboek (1761-1964) wordt nog steeds tijdens de intocht meegedragen.
→ Hulpsinterklazen → Vrouwen die gaven schenken Gildeboeken Peel en Maas, I888.
