Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Sint-Nicolaas in Nijmegen

betekenis & definitie

In Nijmegen bestonden een kapel, een gasthuis, een gilde, een school en een internaat die aan Sint-Nicolaas gewijd waren; bovendien was er een Comité ‘Sint-Nicolaas voor allen’.

• De Duitse keizer Otto II (967-983) trouwde in 972 om politieke redenen met de Byzantijnse prinses Theophano (f 991). Dit huwelijk was namelijk een deel van de overeenkomst tussen de keizer van het Oost-Romeinse Rijk, die in Constantinopel heerste, en keizer Otto I in het Westen. Door deze verbintenis werd Otto II ook tot de wettige opvolgers van de Romeinse keizers gerekend. Het verhaal gaat dat de keizerin in 980, tijdens een reis van Aken naar Nijmegen, in het Reichswald beviel van een zoon, de latere Otto II. Aangekomen op het Valkhof waar eerder een aan Wodan gewijd heiligdom stond, dat in 799 door paus Leo III als christelijke kapel was ingewijd -, liet Theophano een kapel, gewijd aan de heilige Nicolaas, tevens de beschermheilige van haar familie, bouwen uit dankbaarheid voor de goede afloop. Een Sint-Nicolaasicoon en relieken die zij meebracht liet zij in de kapel op het Valkhof plaatsen. In totaal zou zij dertien Nicolaaskerken en -kloosters hebben laten bouwen. De (politieke) verering van Otto en Theophano is uitgangspunt geweest voor de algemene verering van Sint-Nicolaas in de hertogdommen Lotharingen en Luik.

Uit onderzoek blijkt echter dat de huidige Nicolaaskapel, ook bekend als Karolingische kapel, in Nijmegen kort na 1047 gebouwd moet zijn. Bouwheer was keizer Hendrik III. Hij was in die zin hervormingsgezind dat hij strenge opvattingen over handel en wandel van kerkelijke ambtsdragers had en zich als een geestverwant van de ascetische Otto beschouwde. Zijn vader had de palts (burcht) in Nijmegen in 1047 in brand gestoken, en als zoenoffer hiervoor liet hij de kapel bouwen. Ook keizer Koenraad II wordt als mogelijke bouwheer genoemd; de kapel zou dan uit 1030 dateren. In 1470 wordt voor het eerst gemeld dat de kapel aan Sint-Nicolaas is toegewijd.

•Het Senter Claes Gasthuys: dit is het oudste gasthuis in Nijmegen, opgericht door ene Rembout. Het jaar is onbekend, maar waarschijnlijk is dit het Armengasthuis dat in het archief van het Oud Burgergasthuis wordt genoemd in 1330. Het stond dicht bij de Waal tussen Grotestraat en Rozengas. Het bestond uit een hoofdgebouw, een kapel, een mannen- en vrouwenhuis, een rosmolen met put en een brouwerij. Het was zowel voor armen als voor zieke reizigers bedoeld.
•Het Senter Claesgilde was een overkoepelend gilde een politieke vereniging -, dat namens de burgers de Raad van burgemeesters en schepenen controleerde; de leden van deze Raad waren afkomstig uit rijke families, werden voor het leven benoemd en verdeelden de functies onderling. Het is waarschijnlijk rond 1420 ontstaan uit ontevredenheid van de gilden met de Raad. Kooplieden en gilden moesten opdraaien voor de financiele tekorten ten gevolge van slecht beleid van de Raad, terwijl zij geen invloed hadden op de samenstelling daarvan.

Op de zondag na Pinksteren werden acht Senter Claesmeesteren gekozen die de raadsvergaderingen bijwoonden en overleg voerden met de burgemeesters, schepenen en raden om te voorkomen dat er voor de burgerij nadelige besluiten werden genomen. Vanaf 1434 controleerde het Senter Claesgilde ook de financiën van de stad.

De tweehonderd leden van het Senter Claesgilde werden gekozen uit leden van de aangesloten gilden. Het gilde kreeg steeds meer invloed: in de 16de eeuw mocht de Raad geen besluit nemen zonder goedkeuring van de Senter Claesmeesteren. Vanaf 1563 kregen zij ook invloed op de keuze van schepenen. Toen prins Maurits in 1591 Nijmegen terugveroverd had op de Spanjaarden, werden alle middeleeuwse katholieke charitatieve instellingen opgeheven. Op 28 januari 1592 werd de meesters van het Senter Claesgilde alle macht ontnomen, en ook alle andere gilden en gasthuizen werden opgeheven. Het Sint-Nicolaasgasthuis fuseerde met het Sint-Jakobsgasthuis tot het protestantse Oud Burgergasthuis, waar voortaan alleen bejaarden met burgerrecht werden opgenomen.

•Het comité ‘Sint-Nicolaas voor allen’ organiseerde vanaf 1903 een sinterklaasfeest voor kinderen uit arme gezinnen. Het verkreeg inkomsten uit giften. Er werden ochtenden voor de meisjes en middagen voor de jongens georganiseerd. Het feest bestond uit poppenkast of film, waarna Sinterklaas op bezoek kwam. De kinderen kregen snoep en speelgoed mee naar huis. Van 1928 tot 1940 liep het aantal kinderen dat uitgenodigd werd op van 1400 tot 1800.
•Vanaf 1910 heeft Sinterklaas een intocht in Nijmegen. In 1968 kwam hij met een helikopter aan.

Hulpsinterklazen → Verering → Vervoermiddelen Hazendonk e.a., 1996.