In de drukke tijd voor 6 december is Sinterklaas blij met mensen die hem als hulpsinterklaas willen helpen. Een waardige hulpsinterklaas heeft de volgende kenmerken:
•Hij draagt de juiste → kleding, en heeft een golvende, géén krullende, baard die goed zit.
•Het boek ziet er behoorlijk uit: telefoonboek, fotoplakboek en dergelijke zijn taboe.
•Hij heeft echt belangstelling voor kinderen en neemt ze niet in de maling ‘omdat dat voor de ouderen zo leuk is’.
•Een hulpsint weigert tijdens zijn optreden alcohol en houdt het bij water, limonade of koffie (met een rietje!).
•Hij is geen opvoedkundig verlengstuk van de ouders: hij geeft de kinderen vertrouwen door nadruk op positieve dingen te leggen in plaats van hen op hun tekortkomingen te wijzen.
Het → Sint-Nicolaas Genootschap organiseert tweejaarlijks de weekendcursus ‘De goede Sint en Piet, weekend hen niet’ (met een knipoog naar het lied ‘Sinterklaas, wie kent hem niet?’).
Een aantal hulpsinterklazen, die heel lang in dienst waren van Sinterklaas:
•Piet Biegstraaten was zestig jaar lang Sinterklaas in Leiden.
•Jan van Lier was van 1967 tot en met 1991 (25 jaar) Sinterklaas in Nijmegen.
•Piet Muis was meer dan vijftig jaar Sinterklaas in Venray; hij kreeg hiervoor een vermelding in het Guinness Book of Records.
•André Vanderveken was vijftig jaar stadssint in Sint Niklaas.
Hurkmans, 1997.
