Het grondsop is voor de goddelozen, zegt men wel schertsend tot degene voor wie het laatste glas uit een fles wijn wordt uitgeschonken. Deze uitdrukking is een verbastering van een citaat uit het boek der Psalmen uit het Oude Testament (75 : 9), waar geschreven staat:
‘Want in des HEREN hand is een beker en de wijn bruist daarin, overvloedig gemengd;
Hij schenkt daaruit tot de droesem toe, alle goddelozen op aarde moeten hem slorpende drinken.’.