overvloedig
overvloedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-vloe-dig 1. waar veel bij hoort, uitgebreid ♢ we kregen een overvloedige maaltijd Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-vloe-dig ... is overvloediger dan ... ...
Muiswerk Educatief (2017)
overvloedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-vloe-dig 1. waar veel bij hoort, uitgebreid ♢ we kregen een overvloedige maaltijd Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-vloe-dig ... is overvloediger dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. tot overlopens toe vol: een tijd die overvloedig was aan buitengewone talenten; — (bijb.) overvloedig zijn in iets; 2. (bij uitbr.) in ruime hoeveelheid aanwezig, in overvloed voorhanden, rijkelijk: een overvloedige voorraad; een overvloedige regen; een overvloedige oogst; — bw., in overvloed...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (in ruime mate, in overvloed): een overvloedige regen, een overvloedige oogst; overvloedig van alles voorzien; overvloedigheid v.
Jozef Verschueren (1930)
(ovor'vloedəch) bn. en bw. (-er, -st) in overvloed : een -e oogst; hij is van alles voorzien.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), in ruime hoeveelheid aanwezig, in overvloed voorhanden, rijkelijk: een overvloedige oogst; bw., in ruime mate: wat hij ons zo heeft geschonken.
J.H. van Dale (1898)
Overvloedig - bn. bw. (-er, -st), in overvloed ; een overvloedige voorraad; overtollig; veel meer dan noodig is : een overvloedige regen; ruim, in ruime mate : een overvloedige oogst. OVERVLOEDIGHEID, v. overvloed.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: