Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

AGERE

betekenis & definitie

1. Handelen, doen. Agere sequitur ad esse in actu, s.

THOMAS, SUM. C. GENT. in, 69, De handeling volgt op het metterdaad zijn.Nihil agit, nisi secundum quod est actu, S. THOMAS, SUM. THEOL.I, Q. 76, A. i, c., Niets handelt behalve in zoover het metterdaad is.Agere non est accidentium, sed substantiarum, s. THOMAS, COMM.

IN III SENTENT. D. 28, q. 1, A. 1, c., Niet de bijkomstigheden, maar de zelfstandigheden zijn het die handelen.Nihil agit nisi secundum suam speciem, s. THOMAS, SUM. C. GENT. II, 49, De werking van een wezen reikt nooit verder dan zijn soort.Eiusdem est posse et agere, Kunnen en doen gaan op hetzelfde wezen terug. 2. Doen, handelen (innerlijk handelen) (Tgd FACERE, Maken). Agere autem est actus permanens in ipso agente, sicut videre, veile et huiusmodi, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 57, A. 4, c., De handeling blijft in hem die handelt, zooals te zien, te willen en dier meer.
3. Tot stand brengen, voltrekken.
4. Tot handelen aanzetten, in beweging brengen. Sicut ... influere causae efficientis est agere, ita influere causae finalis est appeti et desiderari, s. THOMAS, Qu. DISP. DE VERITATE Q. 22, A. 2, C., Zooals de werking van de werkende oorzaak hierop neerkomt in beweging te brengen, zoo komt de werking van de doeloorzaak hierop neer, begeerd en verlangd te worden.Virtus causae primae prius agit in causatumn et vehementius ingreditur in ipsum, s. THOMAS, QU. DISP. DE POTENTIA Q. 3, A. 7, C., De kracht van de eerste oorzaak werkt het eerst en ook het hevigst op het uitwerksel in.Nihil agit in seipsum, Niets werkt op zich zelf in.Nihil agit in distans, Niets werkt op afstand in. — Irrationalia magis aguntur ad operandum, quam seipsa agant, s. THOMAS, SUM. C. GENT. II, 76, Onredelijke wezens worden eerder tot handelen gedreven, dan ze zichzelf ertoe brengen.Omnia quae agunt vel naturaliter vel vohmtarie, quasi propria sponte perveniunt in id ad quod divinitus ordinantur, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. I03, A. 8, C., Alle wezens die of natuurnoodzakelijk of door hun eigen wil handelen, komen als uit eigen beweging tot dat waarop ze door God gericht werden.



AGGENERARE

Aantelen.