Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zot

betekenis & definitie

iemand die op een onverstandige of redeloze manier handelt; gek; dwaas. Soms meer specifiek ‘verliefde of hoogmoedige dwaas’.

Dit scheldwoord werd al opgetekend in de zestiende eeuw.Onder de sociëteit der zotten zyn deze drie niet van de allerminste; een getrou Minnaar; een barmhartig Soldaat en een oprecht Speelder. (Jacob Campo Weyerman, De Rotterdamsche Hermes, 1720)

Ja Broer, de jonge is met al zijn beleefdheid, tog een ondraagelijke wijsneus! een zot, een aap. (Betje Wolff, Historie van Mejuffrouw Cornelia Wildschut, of de Gevolgen der Opvoeding, 1793-1796)