Wat is de betekenis van zot?

2024-04-27
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

ZOT

Zero Tolerance

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zot

(begin 20e eeuw) (Vlaanderen) mannelijk geslachtsdeel. 'Zijn zot gaan uithangen': gaan urineren. • Als hij gekist was, dood en koud, boorde zijne zot nog gaten in 't hout. (Willem Elsschot: De Schele Vanderlinde. Ongedateerd. Begin 20e eeuw) • Zot. Mannelijk schaamdeel. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • (Hans Hees...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zot

zot - Bijvoeglijk naamwoord 1. dwaas, gek zot - Zelfstandignaamwoord 1. een dwaas Verwante begrippen belachelijk, dol, dom, lachwekkend, mal, onverstandig, ridicuul, clown, hansworst, harlekijn

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zot

zot - bijvoeglijk naamwoord 1. wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is ♢ doe niet zo zot! 1. gek en zot vullen de advocaat z'n pot (TB) [advocaten verdienen vooral aan gekken en zotten] Bijvoegl...

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

zot

(kaartspel) boer (informeel) Eenentwintig is weliswaar de laatste kaart van de Grote Arcana maar eigenlijk is het niet de laatste kaart want daarachter komt nog De Dwaas… Juist, de Zot, zeg ik... (Ivo Michiels, De vrouwen van de aartsengel) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 3

2024-04-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zot

iemand die op een onverstandige of redeloze manier handelt; gek; dwaas. Soms meer specifiek ‘verliefde of hoogmoedige dwaas’. Dit scheldwoord werd al opgetekend in de zestiende eeuw.Onder de sociëteit der zotten zyn deze drie niet van de allerminste; een getrou Minnaar; een barmhartig Soldaat en een oprecht Speelder. (Jacob Campo W...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zot

(de, -ten) boer in het kaartspel. - de zot met iemand houden, iemand voor de gek houden. (het) - het zot (in de kop) hebben/krijgen, krankzinnig worden, een stommiteit begaan. - het oud zot, verliefheid op oudere leeftijd. zot (bn. en bw.) - zotzijn van iets/iemand, gek zijn op, dol zijn op, verliefd zijn op ieman...

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Zot

van de -te, zie van de gekke.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zot

1. Van pers.: van het verstand beroofd, krankzinnig; - ook in verzwakte toep. in verb. als: iem. zot maken, iem. het verstand doen verliezen, iem. gek maken; zich zot zoeken, ergeren, vervelen e.d., zo lang zoeken, zich ergeren enz. dat men er als het ware het verstand bij verliest; zich gek zoeken enz. Zij vond een vreemd en boos gen...