Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zootje, zootje ongeregeld

betekenis & definitie

gemeen volk; tuig. Eigenlijk: allegaartje, een groepje personen dat in kleding, handelingen e.d. afwijkt van het normale.

Zo zagen kruisvaarders er niet uit: zo bruin, verwilderd, rauw en ongehoorzaam konden normale kinderen niet zijn. En heilige kinderen zeker niet. Moest dat ongeregelde zootje de Saracenen met hun onschuld verjagen? (Thea Beekman, Kruistocht in spijkerbroek, 1973)

Integendeel, de jongste tijd kreeg dat zootje ongeregeld meer en meer vrij spel op straat en gemeenzame omgang met de officiële ordehandhavers achter de schermen. (De Volkskrant, 18/10/1980)