Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

tulp

betekenis & definitie

(Bargoens) dwaas; domkop; sufferd. Meestal van toepassing op een mannelijk persoon.

Een variant is: janus tulp.Ze zullen jou die fulpe tulp (een ongewenschten ouden vrijer), Die drooge stokvis half vergeeven ... Zo mal wel praaten dat hy enz. (J. van Hoven, De Gelukte List, op Driekoningen avond. Kluchtspel, 1715)

Eikel, gedraag je,’ riep een demonstrant richting agent. ‘Koop een stukkie zeep, vetklep,’ reageerde de politieman. ‘Ga je wassen, tulp.’ De demonstranten konden vervolgens, per autobus van de Stichting Theaterstraat, weer vertrekken. (Het Parool, 16/04/1988)