Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

boterletter, boterlul

betekenis & definitie

zielig, halfzacht persoon. In het populaire televisieprogramma ‘Zeg ’ns Aaa’ (van 1980 tot 1993 op de buis) noemde Mien Dobbelsteen haar man vaak een aardappel en een boterletter.

Onder havenarbeiders heeft boterletter de betekenis van ‘zware haak’.Met Willem kon je nooit een gesprek voeren, want hij lulde als een kip zonder kop. Ik was mooi aangekleed met die boterletter. (Haring Arie, Tweede Boek, 1969)

Hij zal toch zeker niet eeuwig tot Evertons tweede elftal veroordeeld zijn? ‘Dat zou niet zo best zijn. Hoe kan ik me nou bewijzen met al die boterletters om me heen?’ (de Volkskrant, 29/03/1991)

Een man die vele jaren een zware motor én een knappe Italiaanse heeft kunnen bedwingen, kan geen Jan Doedel, geen doetje, geen boterletter zijn. (Playboy, november 1993)