De 'Algemene Nederlandse Verlichtings Industrie Almelo’, bekend als het merk Anvia werd opgericht in 1933 door de Duitse emigrant Max Liebert.
In 1906 nam de joodse ondernemer Max Liebert in Berlijn de bronswarenfabriek Lessmann Moset over en voerde deze zaak verder als Lessmann Moset Nachfolger. In 1933 bestond Lessmann Moset Nachfolger inmiddels uit 3 fabrieken waaronder een verlichtingsarmaturen fabriek die toen al producten aan de Bijenkorf leverde.
Vrij snel nadat de Nationaal Socialisten in Duitsland aan de macht gekomen waren, dienden joodse ondernemers bezittingen in de zg. Zwangsverkauf vaak voor spotprijzen over te dragen. Ook Max Liebert moest 2 fabrieken verkopen. De verlichtingsarmaturenfabriek mocht hij verplaatsen naar het buitenland. Dat deed hij door westwaarts te trekken en in Nederland, Almelo opnieuw te beginnen. In 1933 werd het bedrijf onder de naam Algemeene Nederlandsche Verlichtingsindustrie Almelo opgericht en in maart 1934 officieel geregistreerd.
De oorsprong van de lampenfabriek lag dus niet in Almelo, maar in het Duitse Berlijn. Nadat Max, Käte en Werner Liebert in 1943 in respectievelijk Auschwitz en Sobibor om het leven werden gebracht herstartte dochter Ilse Liebert samen met haar man Fritz Kaufmann na de oorlog Anvia. In 1952 overleed Fritz Kaufmann plotseling en brak een periode van externe directeuren aan. In de jaren 50 en 60 startte Anvia een samenwerking met de ontwerper Jan Hoogervorst. Deze samenwerking was de doorbraak voor het bedrijf in Nederland en leverde zelfs internationale allure op. De lampen van Anvia werden onder andere bij de Bijenkorf verkocht.
