wie zal dat betalen, -e lieve Gerritje,
uitroep die men wel eens hoort wanneer er een onverwachte rekening moet worden betaald. Ontleend aan het volksliedje, dat als volgt begint: ‘Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje, dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve meid.’ De hierboven aangehaalde woorden worden dan in het derde couplet beantwoord met: ‘De eerste boer de beste.’ Het ‘wie gaat dat betalen?’ mag nog zo banaal klinken, het raakt wel degelijk de kern van de zaak. Burgers zien graag wat terug voor hun centen. En als dat niet het geval is, mag zoete lieve Gerritje voor de kosten opdraaien. (Trouw, 14/12/91)
En van die zes ton heeft zoete, lieve Gerritje zelf geen dubbeltje betaald. (Youp van ’t Hek: Amah Hoela, 1994)
