Gepubliceerd op 21-06-2017

Schots

betekenis & definitie

de -e kerk, 18de-eeuwse ben. voor een bordeel. O.a. terug te vinden in het blijspel De Gewaande Weuwenaar (dl. 2,1709). ‘Schots’ heeft in vroeger eeuwen steeds een negatieve connotatie gehad.

In ADictionary of International Slurs van Abraham Roback (1944) wordt een hoofdstuk gewijd aan Nederlandse etno- faulismen. Schotsch zou bij ons ook de bet. gehad hebben van ‘oneerlijk, onbeschaafd, ruw, lafhartig, raar, stom’. Dit woordenboek vermeldt ook nog de uitdr. schotsch en scheef in de zin van ‘rommelig’. Harrebomée noemt zonder toelichting de zegswij ze dat is een Schotsch antwoord. Verder worden Schotten natuurlijk internationaal als gierig gezien. Vandaar gierig als een Schot.

< >