een - houden/maken
pleiten; een praatje houden. Deze Bargoense uitdr. komt al voor bij Koster Henke, die ook het werkwoord preuvelen ‘praten’ vermeldt. Een syn. hiervan is prevelementen (o.a. terug te vinden in het werk van Jan Mens). Het WNT citeert o.a. Moormann en de NieuweRotterdam- sche Courant van 29 december 1931. Woorden met het achtervoegsel -ment zijn in het Bargoens overigens niet ongewoon; zie bijv. bikke- sement; kakement; pierement.
... als oom Hein per ongeluk een bekattering kreeg en door de politie opgebracht wier. We hadde afge- sproke, waar ik wachte most en oom tippelde door om aan te belle en de klante otelewotel te smoeze. In de post van de deur ging-ie z’n prevelementje maken... (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)
Ik zal in Godsnaam nog maar es een prevelementje houden. (Piet Bakker: De Slag, 1951)
‘Wat komt hij dan doen?’ ‘Een prevelement houden natuurlijk.’ (Simon Vestdijk: Het verboden bacchanaal, 1969)
Kan hij, gegeven de eindsprint waarin de zogeheten Uruguay-ronde op dit moment is komen te verkeren, eigenlijk wel weg om op duizenden mijlen van Washington ‘een prevelementje’ te houden voor een gehoor waarvoor Europa toch gedoemd is een vaag concept te blijven? (HP/De Tijd, 24/12/93)
