de - in gaan
mislukken; geen succes hebben; als waardeloos beschouwd worden. Deze uitdr. werd middenjaren zestig erg populair. Weinigen beseffen dat het hier om een van oorsprong joodse zegswijze gaat, de mischt ingaan(letterlijk ‘de mest in gaan’). De uitdr. komt uit artiestenkringen en werd van daaruit door in deze kringen werkzame joodse collega’s meer algemeen verspreid. Tegenwoordig vooral een journalistencliché.
Een filmacteur is een medium van een regisseur, niet meer, maar ook niet minder. Maar daar voelden Sonneveld, Hermans en de meeste anderen zich veel te groot voor. En gingen dus de mist in. (HP/De Tijd, 15/12/95)
Paul Verhoeven gaat de mist in met ‘Showgirls’. (Nieuwe Revu, 27/12/95)
