Gepubliceerd op 21-06-2017

Kiksaus

betekenis & definitie

in de uitdr. (dat is) de hele kiksaus:(dat is) de hele santenkraam, mikmak; (dat is) waar het om gaat, de kwestie. Deze Bargoense uitdr. dateert wellicht al uit de 19de eeuw, maar werd (bij gebrek aan citaten?) niet vermeld in het WNT Het eerste woordenboek dat het woord k(w)iksausopneemt is Van Dale 1984.

De herkomst is onzeker. VanDaledenkt aan een schertsende vervorming van kwintessens. Een lezer van Onze Taal(oktober 1994) spreekt dit tegen en suggereert een afstamming van het Engelse kickshaws,dat weer een verbastering is van F rans quelque chose‘iets’. Volgens de Engelse socioloog Stephen Mennel (Smaken verschillen. Eetcultuur in Engeland en Frankrijk vanaf de Middeleeuwen tot nu,1989) zouden de Engelsen, die ten tijde van koningin Elisabeth enorme hoeveelheden vlees plachten te verorberen, met dit woord uiting hebben willen geven aan hun verachting voor de Franse eetcultuur met haar keur van verfijnde gerechten. Shakespeare schreef al Not kickshaws - belly- fulls!‘Geen liflafjes maar buiken vol!’. Ook The Shorter Oxford English Dictionary(1993) brengt kickshawin verband met quelque chose.Als eerste bet. wordt gegeven ‘a fancy dish in coo- kery, usu. French, as opp. to a familiar, sub- stantial English dish’. Niettemin noemen Endt en Frerichs de verbastering van quelque chosetot k(w)iksauszeer onzeker.

Het woord heeft in ieder geval nog een paar afwijkende bet. Bordewijk bijv., gebruikte k(w)iksausin de bet. ‘ruzie’. In Den Haag heeft het werkwoord kiksauzende bet. ‘zijn behoefte doen’.

Jullie hebbe het aan je maag en ik ga voor dokter spele. Da’s heel de kiksaus! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)

Jij kan niet verknoerse, dat ik wél vader kan worde. Ik wel... Dat is heel de kiksaus! (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938)

Er zat ’m iets dwars, hij is de laatste tijd nogal zwaar op de hand, dat is de hele kiksaus. (Ben Borgart: Troostverhalen, 1981)