Gepubliceerd op 21-06-2017

Kassian

betekenis & definitie

uitroep van medelijden. Vaak verbonden met een persoonsnaam, bijv. kassian Joop ‘die arme Joop’. Afgeleid van het Maleise woord kasihan‘medelijden, jammer’. Huizin- ga citeert Justus van Maurik: ‘’k Ben dertien jaar ambtenaar in het Bantamsche geweest, en ik heb kassian met het volk.’ In de volkstaal wordt het woord dikwijls verkeerd geïnterpreteerd. Volgens Endt en Frerichs heeft de uitgang -antot gevolg dat men het woord associeert met ‘langzaam’. Een treffend voorbeeld hiervan vinden we bij Jan Mens {Erwacht een haven,1950): ‘Je kan beter kassian doen.’ En bij Ben Borgart (Blauwe nachten,1978): ‘Sst, kassian, doe ik met een vinger op de lippen ...’ In de oorspr. en juiste bet. ‘medelijden’ is het woord vooral populair onder soldaten en zeelui.

Kassian ja, zoo zijn de Hollanders! (Ingezonden stuk, in: De Taalvriend, Batavia, 1870)

De man ging verder met jammeren over zijn armoe en ongeluk, en smeekte met huilerige stem: ‘Kassian.’ (Jacob Zwaan: Soldaat in Indië, 1969) Kassian, hij weet niet wat hij doet. (Johan Fabrici- us: Hopheisa, in regen en wind, 1979)

< >