een - maken
volkse uitdr. voor ‘copuleren’. Syn. doppen.Uitsluitend vermeld door Van Dale(1992). De Bargoense woordenboeken zwijgen erover. In het lesbische slang bet. een dopje‘een one-night-stand’, terwijl Rotterdamse studenten een vrouw wel eens liefkozend een doppienoemen.
Zij zeurt tenminste niet als ik na een lange dag werken nog even een dop wil maken. (Webber, oktober 1994)
Ik ben woest dat een habbekrats voor een ‘nummertje’, ‘doppie’ of ‘wippie’ zoals deze geile kren- tekakkers het noemen juist een onderdeeltje is van hun grote verlangen. (Nieuwe Revu, 15/02/95)