Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zeezwaluwen

betekenis & definitie

Zeezwaluwen - Sternidae, familie der Langvleugeligen. Vleugels lang en spits, als bij de zwaluwen ; snavel lang en puntig, hard ; pooten kort en zwak, midden onder den romp staande ; de kleine voeten met 3 korte voorteenen, verbonden door min of meer ingesneden zwemvliezen. Leven bij voorkeur bij de zee, ook wel meer binnenwaarts aan groote watervlakten met kale oevers. Er zijn ongeveer 70 soorten bekend, van welke 8 hier te lande ; meerendeels zijn het bewoners van heete en gematigde luchtstreken.

Leven van visch. In ons land komen het meest voor het vischdiefje, de dwerg-z., de groote en de zwarte z. De groote z., Sterna cantiaca, ter lengte van 37 c.M. en staart van 8 c.M., is des zomers van boven zwart aan den kop, met blauwgrijzen mantel, van onderen wit; ’s winters met witten kop. Leeft aan de kusten van Europa tot 67°N.Br., van Afrika en van een groot deel van Amerika. Gewoon aan onze kusten in groote troepen, vooral in den trektijd, in April en September. De zwarte z., Hydrochelidon nigrum, is 21 c.M. lang met staart van 8 c.M.; in zomerkleed met zwarten kop en borst; onderzijde meer leikleurig ; in het winterkleed meer wit.

Leeft niet aan de kust, maar meer in het binnenland van Europa, Azië en Amerika, zelfs in Australië. In ons land gewoon aan poelen en plassen. Zomergast van April tot September. Nestelt in riet, bouwt een nest van rietbladen, grashalmen, enz.

< >