Zeebrief - document, bevattende een officieele verklaring, dat het daarin genoemde schip recht heeft de nationale vlag te voeren. De afgifte van zeebrieven is geregeld bij de wet van 28 Mei 1869, Stb. 96, laatstel. gew. 17 Juli 1911, Stb. 213. Zeebrieven worden uitgereikt voor schepen, die buiten de tonnen in zee varen, uitgezonderd oorlogsschepen, vaartuigen van erkende zeilvereenigingen, vaartuigen in rijksdienst, reddings- en visschersvaartuigen en binnenschepen, die bij uitzondering buiten de tonnen varen (art. 1). Om een Nederl. zeebrief te kunnen krijgen, moet het schip voor meer dan de helft aan ingezetenen van Nederl. toebehooren, of aan vennootschappen onder een firma, of bij wijze van geldschieting, gevestigd in Nederland, mits tenminste de helft der vennooten of der complementaire vennooten ingezetenen van Nederland zijn of aan naaml. vennootschappen of rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen, beide opgericht of gevestigd in Nederland, mits tenminste de helft der bestuurders ingezetenen van Nederland zijn (art. 2).
De z. vermeldt o. a. naam, inhoud en soort van het schip (art. 3). Hij wordt uitgereikt door den Min. van Waterstaat (K. B. van 24 Nov. 1922, Stb. 606) op een schriftelijke, met eede bevestigde, verklaring (zie voor het formulier K. B. van 21 Sept. 1869, Stb. 153, gew. 13 Dec. 1875, Stb. 242), dat het schip voldoet aan de voorwaarden van art. 2 (art. 4). De schipper moet den z. altijd aan boord hebben (art. 13, art. 357 K.). — Zie art. 409 Sr., dat straf bedreigt tegen den schipper, die de Nederl. vlag voert, wetende, dat hij daartoe niet gerechtigd is. — Zie voor zeebrieven voor Ned. Indië K. B. van 30 Jan. 1874, Stb. 15 (nieuwe tekst Stb. 1905, no. 116), laatstel. gew. 4 Juli .1918, Stb. 442.