Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Venezuela

betekenis & definitie

Venezuela - (= Klein Venetië), republiek in het N. van Z.-Amerika, aldus genoemd door den ontdekker Hojeda, die hier in 1499 een Indianendorp vond, waarvan de huizen door water van elkaar waren gescheiden. Oppervlakte ± 1.000.000 K.M.2; 2.853.000 inw. Vóór de kust bevinden zich als deel van het vasteland de W.-Indische Eilanden onder den wind, waarvan Margarita, Tortuga, Blanquilla, Hermanos, Orchila en Roques aan V. ; Aruba, Curaçao en Bonaire aan Nederland behooren. — De staat is in drie natuurlijke landschappen te verdeelen. Ten Z. van de Orinoco verheft zich het Bergland van Guyana, met de Roraima (2600 M.) als hoogste top, het Parimagebergte als hooge scheidingsmuur in het W. Het W. behoort als Cordillera de Merida tot de Andes, die zich in de Concha tot 4700 M. hoogte verheffen.

Schijnbaar buigt een uitlooper naar het O. om, maar in waarheid ontstaat een geheel afzonderlijk, het Caribisch gebergte, dat in W.—O.-richting langs de kust van de Caribische zee loopt en uit een hooge Noordelijke en een lage Zuidelijke keten bestaat. Tusschen beide bergsystemen bevindt zich de groote laagvlakte van de Orinoco, met een oppervlakte van 70.000 K.M.2, terwijl geheel in het N. door verzakking een 70.000 K.M.2 groote laagvlakte ontstond rondom de Lagune van Maracaïbo. — Door de ligging tusschen den equator en 10° N.Br. heeft V. in hoofdzaak een warm-vochtig, tropisch klimaat, met een gemiddelde jaartemperatuur van 26 tot 28° C. in de laagvlakten. Van April tot October is de hoofdregentijd, waarnaast slechts een korte droge periode. Gele koorts, dysenterie e. a. tropische ziekten komen veel langs de kust voor, in het bijzonder in de zeer ongezonde Orinoco-delta. — Van de oorspronkelijke bewoners, de Indianen, hebben zich tot op heden ruim 100.000 weten te handhaven. Het belangrijkst daarvan zijn de Caraïben, die rondzwerven in de bosschen van het gebergte, evenals in ons Suriname. Ook ten N. van de Orinoco wonen enkele Caraïben. In de Llano’s van de Orinoco en het Caribisch kustgebergte zijn de Indianen grootendeels verdwenen. Enkele resten komen nog voor, zooals de Otomaken, bekend door het eten van aarde, en de Warrau’s in de delta.

Het aantal zuivere Blanken is zeer gering en wordt op 80.000 geschat. De eerste immigranten, meest Spanjaarden, vermengden zich sterk met de Indianen en de ingevoerde negerslavinnen, zoodat het grootste deel der tegenwoordige bevolking uit kleurlingen bestaat. Van de Blanken zijn het sterkst vertegenwoordigd : Spanjaarden, Engelschen, Nederlanders en Duitschers. In 1919 stonden tegenover 12.400 immigranten 12.900 emigranten. Algemeene landstaal is het Spaansch. De RoomschKatholieke is de staatskerk; andere godsdiensten genieten echter volkomen vrijheid. De aartsbisschop van Caracas heelt 5 bisschoppen onder zich. Er zijn 2 universiteiten, terwijl vooral na 1916 veel cursussen worden gegeven in practische wetenschappen. — V. vormt een bondsrepubliek van 20 staten, 2 territoria, en 1 district.

Aan het hoofd staat de president, bijgestaan door 7 ministers. De wetgevende macht berust bij den Senaat van 40 leden (2 uit eiken staat) en een Kamer, waarheen elke staat per 36.000 inw. 1 afgevaardigde zendt. De leden worden voor 3 jaar gekozen, de president voor 7 jaar door het Parlement. Hoofdstad is Caracas (90.000 inw.); andere steden van beteekenis zijn: Valencia (64.000 inw.), Maracaïbo (35.000 inw.) en Barquisimeto (27.000). — Economisch kunnen onderscheiden worden: een landbouwzone in het N., een veeteeltzone in de llano’s, een woudzone in het bergland van Guyana. De landbouwzone bevindt zich voornamelijk langs de vruchtbare dalen van het Caribisch kustgebergte en levert in hoofdzaak op : koffie, cacao en suikerriet. De staat telt niet minder dan 33.000 koffieplantages tegen ongeveer 6000 cacao-tuinen, terwijl de jaarlijksche suikerproductie 60.000 ton bedraagt. De veestapel omvat o. a. 2 mil. runderen, 11/2 m. geiten en 11/2 m. varkens. Aan zuivelbereiding wordt weinig gedaan.

De wouden leveren enkele boschproducten als: caoutchouc, vanille, balsem, divi-divi en verschillende houtsoorten. V. is rijk aan mineralen. Een der belangrijkste mijnbouwcentra is Ciudad Bolivar, waar jaarlijks bijna 1000 K.G. goud wordt verkregen; bovendien brengt het land veel koper op, nabij Coro en Naricual steenkool en uit het Bermudez-meer asphalt. Vermoedelijk is voor V. nog een groote toekomst weggelegd als petroleumland, waarvan de exploitatie in vollen gang is. De industrie heeft in het algemeen maar weinig te beteekenen.

De totale uitvoer bedroeg (in 1919) 120 millioen gulden, waarnaast een invoer van 66 millioen gulden. Voornaamste uitvoerartikelen : koffie, cacao en huiden. De meeste handel geschiedt met de Ver. Staten, daarna Engeland, Spanje en Frankrijk, vervolgens Nederland, waarheen in 1919 werd uitgevoerd voor een waarde van 21/2 millioen gulden tegen een invoer van slechts 41.000 gulden. Litt.: Sievers, V. (1888); Dalton, V. (1912); Ernst, Les produits de V. (1874); Triana, Down the Orinoco in a canoe (1912); Wood, Two Years on the Spanish Main (1896).

Geschiedenis. Nadat tusschen 1528 en 1552 het Augsburgsche handelshuis Welser krachtens Spaansche concessie zonder veel gevolg de vestiging van koloniën had ondernomen, vormde dit land (1498 ontdekt) het kapiteinschap van Caracas. In 1810 begon de opstand tegen het Spaansche gezag, die, met afwisselend geluk gevoerd onder leiding van Simon) Bolivar, ten slotte de Spanjaarden uit het N. van Z.-Amerika verdreef, waarop V. deel uitmaakte van de republiek Columbia of Nieuw-Granada, 1819 gevestigd. Van deze maakte V. zich in 1830 los en gaf zich een nieuwe grondwet. Pas in 1846 werd de onafhankelijkheid ook door Spanje erkend. Tot 1863 is het een tijdperk van burgeroorlogen. Dan slaagt generaal Falcon er in orde te brengen en door een nieuwe grondwet V. tot een bondsstaat (als de Ver. Staten te maken). In 1868 breken nieuwe onlusten uit, maar gen.

Guzman Blanco, hoofd der federalisten, die zich tot dictator had laten uitroepen, slaagt er in de rust geheel te herstellen. Onder een nieuwe grondwet regeert hij dan als grondwettig president, doch met weinig beperkte macht, van 1873—77, 1879—84 en nog korten tijd 1886—87. Zijn bewind, evenals ook dat van zijn opvolgers, vormt tot 1892 een tijd van bloei. Daarin begint de economische opkomst: haven- en spoorwegbouw, orde in ’t financieel beheer, invoering van burgerlijken stand, stichting van volks- en hoogere scholen, opheffing van kloosters. Na 1892 begint weer een tijdperk van militaire opstanden, waarin het ten slotte aan Cipriano Castro in 1899 gelukt zich van de macht meester te maken. Toen deze jegens buitenlandsche ondernemingen roekeloos optrad met beslagnemingen, geraakte zijn regeering in ernstig conflict met verschillende mogendheden, die nu de betrekkingen afbraken; Duitschland, Engeland en Italië lieten einde 1902 de havens blokkeeren en Castro moest schadevergoeding beloven, daar de Amerikaansche tusschenkomst uitbleef (die in de grensgeschillen van 1895/96 met Engeland ten opzichte van Britsch-Guiana, V. tot voordeel was geweest). De door Columbië gesteunde revolutiepogingen mislukten echter ook; Castro wist zijn dwangbewind te handhaven, trotseerde de Ver. Staten zelfs en begon in 1908 met scherpe maatregelen tegen de Nederl. kolonie Curaçao (waar zijn tegenstanders steun ontvingen) door schepen vandaar den toegang te weigeren en een extra-invoerrecht te heffen.

De Nederl. regeering trad op en liet eenige havens blokkeeren en enkele vaartuigen in beslag nemen, toen de Nederl. gezant uit V. (wegens nietofficiëele uitlatingen) was verwijderd. Daar ook de Ver. Staten dreigden met maritieme maatregelen wegens gepleegd onrecht, was Castro, tegen wien het verzet toenam, van ziekte gebruik gemaakt hebbende, vertrokken naar Europa en toen liet vice-president Gomez Castro vervallen verklaren, de door dezen gewijzigde grondwet van 1874 herstellen en de betrekkingen met het buitenland verbeteren. Wel hebben Castro en zijn aanhang meermalen gepoogd een staatsgreep te ondernemen (C. zelf landde in 1913 te Coro), maar vergeefs; Castro werd niet op Amerikaansch gebied of in W.-Indië geduld en moest in Spanje toevlucht zoeken. Met Nederland zijn de normale betrekkingen, onder toekenning van vergoeding, eerst in 1921 hersteld. In den Wereldoorlog bleef V. neutraal. Litt. zie boven.