Triomfboog of eereboog, in het oude Rome vrijstaande of een straat overspannende bogen, welke de beelden van veldheeren of keizers dragen. Onder de keizers steeg de pracht dezer bouwwerken verbazend; zij werden toen met allerlei zuilen, beelden, reliefs en inscripties versierd. In Rome staan nog de triomfbogen van Titus, van Septimius Severus en van Constantijn. T. heet in de Christelijke kerk ook de groote boog, welke het priesterkoor van het middenschip afscheidt.
De boogopening is gewoonlijk gesierd met een plastische groep, Christus aan het kruis, tusschen Maria en Johannes. In Middeleeuwsche kerken is hij vaak belangrijk lager dan de gewelven. Op de alsdan tusschen boog en gewelf vrijblijvende vlakte werd gaarne het Laatste Oordeel of de Majestas Domini geschilderd.