Temperatuurstraling - straling, die wordt uitgezonden door een lichaam van bepaalde temperatuur, en die hoogstens gelijk is aan de straling, die door een zwart lichaam wordt uitgezonden. Is zij van grootere intensiteit en tot bepaalde spectraalgebieden beperkt, dan spreekt men van thermoluminescentie. De t. voldoet aan de stralingswet van Kirchhoff, die zegt, dat voor een bepaalde golflengte de verhouding van het emitteerend vermogen tot het absorbeerend vermogen voor een lichaam een constante grootheid is. Is het absorbeerend vermogen gelijk aan de eenheid, d. w. z. wordt alle opvallende energie geabsorbeerd, dan wordt het lichaam een zwart lichaam genoemd.
Voor de t. heeft Stefan de wet afgeleid, dat de geheele geëmitteerde straling evenredig is met de 4e macht van de absolute temperatuur. In den laatsten tijd zijn de wetten voor de t. onderzocht door Wien en door Planck. De eerste heeft de z.g. verschuivingswet afgeleid, volgens welke het product van de golflengte, waarvoor de uitgestraalde energie een maximum is en de absolute temperatuur een constante grootheid is. Planck heeft met gebruikmaking van de beginselen der quantentheorie, die hij daartoe formuleerde, de wet voor de verdeeling der t. over het spectrum gegeven.
