Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tauler (johann)

betekenis & definitie

Tauler (johann) - 1300—61, de meest bekende onder de Duitsche mystieken. Waarschijnlijk in Straatsburg geboren, trad hij hier in de Dominicaner-orde. Als student volgde hij een tijdlang Eckehart te Keulen en keerde terug naar Straatsburg, waar hij tot zijn dood vertoefde, afgezien van een tienjarig verblijf te Bazel (1338—48) en een kort verblijf te Keulen. Vooral van beteekenis zijn zijn preeken, waarin hij zich een leerling van Eckehart toont, maar meer het praktische (den wil) op den voorgrond brengt.

Hij is goed geloovig Middeleeuwsch Katholiek, ofschoon een vergeestelijkte natuur-godsdienst (pantheïsme) den grond van zijn denken vormt. Uitg. o. a. Die Predigten Taulers, hrsg. von F. Vetter (Berlin 1910). Litt.: H. S. Denifle, T.’s Bekehrung (1879); Gottlieb Siedel, Die Mystik Taulers (1911); W. J. Aalders, Groote Mystieken I (1913).

< >