Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Straatsburg

betekenis & definitie

Straatsburg - Stad in den Beneden-Elzas, hoofdstad van het tegenw. dep. Ben.-Rijn, 180.000 inw.; dankt zijn beteekenis aan de laagte in de Vogezen in ’t W. (Zabernpas), waardoor het een kruispunt van wegen werd, o. a. van Parijs naar München en Constantinopel, maar ook van Marseille langs Rhöne en Rijn. S. ligt niet aan den Rijn, die hier vroeger voor ’t verkeer minder belangrijk was, dan de 111.

Zie over Frankrijks plannen, het Zwitsersche verkeer over Straatsburg en de kanalen van den Elzas te leiden: RIJN. Bovendien was de Rijn bij S. door vaste oevers begeleid en niet door moerassen, gelijk elders, zoodat daar een geschikte plaats voor den overtocht was. Bij S. monden Marne-Rijn-Kanaal en Rhöne-Rijnk., omdat vroeger hier de scheepvaart op den Rijn eindigde.

Ook fabrieken heeft S. veel.

De Duitschers hadden de universiteit en de bibliotheek rijk ingericht. Prachtig is de mooie hoofdkerk (Münster), met slechts één der beide torens (142 M.), maar een der schoonste. voortbrengselen der Gotische bouwkunst. Merkwaardig uurwerk. S. was sedert 1682 vesting (citadel van Vauban); na 1871 zijn de forten op grooteren afstand verplaatst (3 liggen op den rechter Rijn-oever).

Geschiedenis. Bij een Gallische nederzetting, Argentoratum, werd ten tijde van Augustus de Rom. garnizoensplaats gesticht, allengs een belangrijke stad. De latere keizer Julianus sloeg in de omgeving in 357 de opdringende Alemannen terug; in 406 echter veroverden deze den Elzas en verwoestten de stad. In de 16de eeuw werd op de plaats van Königshofen een burcht gebouwd, in welker nabijheid de stad S. verrees, tijdens de Karolingen (verbond aldaar tusschen Lodewijk en Karel, 842) reeds van belang. Zij stond onder gezag van de bisschoppen van S., maar de burgers wisten gaandeweg een stedelijken raad en eigen rechters te krijgen ; eerst in ’t midden der 13de eeuw is S. als vrije rijksstad erkend. Een poging van bisschop Dietrich v. Geroldseck, de stad weer in zijn macht te brengen, liep in 1262 voor hem op een zware nederlaag bij Oberhausbergen uit. In de 14de eeuw kregen de gilden vertegenwoordigers in de regeering. S. stond in den bloeitijd der Duitsche steden, 14de—16de eeuw, vooraan op elk gebied. De Gotische- en Renaissance-bouwkunst zijn nog door talrijke prachtige gebouwen vertegenwoordigd.

De boekdrukkerij (zeer waarschijnlijk heeft Gütenberg hier zijn kunst beoefend) had spoedig te S. een voornamen zetel (Mentelin e. a.); aan de Universiteit leerden m de 16de eeuw vooral beroemde geleerden, als Joh. Sturm; naast het humanisme werd de Duitsche letterkunde beoefend door Brant, Murner en Fischart. De Hervorming was te S. gebracht in 1523 door Martin Bucer; zij kwam spoedig tot macht; zoo werd in 1529 de mis in de kerken afgeschaft. Dit veranderde weer in zooverre, dat de stad „paritätisch” werd (gelijke rechten) en de R.Kath. verscheidene kerken behielden, maar in ’t laatst der 16de eeuw was S. overwegend Protestantsch. De stad wist in den 30-jarigen oorlog door onzijdigheid zich voor verwoesting te bewaren, maar deelde in den algemeenen achteruitgang van Duitschland. De Fransche kroon was sedert 1648 meester, direct of als suzerein, van bijna den heelen Elzas en poogde ook het laatste Duitsche gebied, S., onder haar macht te krijgen. De z.g. Chambre de Réunion eischte n.l. in 1680, dat S. den Fr. koning als souverein zou huldigen, omdat zij eenige voogdijen bestuurde, die in den Franschen Elzas lagen. Terwijl de stedelijke reg. nog met het Duitsche Rijk zich daarover beried, liet Lod.

XIV in ’t najaar van 1681 de stad bezetten en inlijven. Van 1682—84 werden sterke vestingwerken aangelegd. Zij behoorde nu tot de deelen van Frankr. (Elz., Lothar., enz.), die in tamelijk los verband met het overige rijk stonden en behield haar Duitsch karakter. Eerst met de Fransche Revolutie, die er het oude bestuur opruimde en veel bijval vond, en het Keizerrijk ging de bevolking zich als Franschen voelen, al bleef het Duitsch in bestuur, onderwijs, enz. gehandhaafd. In den Fr.-Duitschen oorlog moesten spoedig de Fr. troepen den Elzas ontruimen en een Duitsche divisie (onder von Werder) begon in Aug. 1870 het beleg. Na dappere verdediging moest haar commandant, gen. Uhrich, 28 Sept. d.a.vlg. capituleeren, toen in de tweede fortenlinie een bres was geschoten. Het bombardement had zware schade toegebracht, o. a. was de beroemde Lands- en Universiteitsbibliotheek verbrand.

De inlijving bij het Duitsche Rijk vond zoodanig verzet, dat de Duit. regeering van 1873—86 de stad door ambtenaren liet besturen. In dien tijd werden Duitsche onderwijs-inrichtingen gevestigd, als de Keizer-Wilhelm-Univ., een Rijnhaven aangelegd en de vestinggordel, op aanzienlijken afstand van de stad verlegd. Toen talrijke Duitschers een nieuw element vormden, kreeg de stad haar bestuur terug. Haar houding was in ’t algemeen niet anti-Duitsch, maar de houding der, meest Pruisische militaire en burgerl. gezaghebbers in Elzas-Lothar., wist zoomin hier als elders de bevolking, ondanks de toeneming der welvaart, te winnen, zoodat de afscheiding van Duitschland door den vrede van Versailles, 1919, met instemming werd ontvangen. Sedert dien wordt stelselmatig alles verfranscht.

Het bisdom S. besloeg oorspronkelijk een aanzienlijk gebied in Elzas en Breisgau, maar werd allengs beperkt tot voogdijen in den Elzas (Schirmeck, Zabern, enz.) en rechts van den Rijn (b.v. Ettenheim). Tijdens de Fr. Revolutie werden de eerste, reeds onder Fr. souvereiniteit, geheel Fr. gebied, en de laatstgenoemde kwamen in 1803 bij Baden. Litt.: Urkunden und Akten der Stadt S. (1879 ff.); Strassburger Croniken, hg. v. Hegel (Leipz., 1870—71); Seyboth, Das alte S. vom 13. Jahrhundert bis 1870 (Str, 1890) ; Welschinger, Strasbourg (Villes d’art célèbres), Par. 1905).