Storm (Theodor), bekend Duitsch dichter en schrijver, geb. 1817 te Husum (Sleesw.), studeerde te Kiel in de rechten, was in Holsteinschen (Deenschen) staatsdienst, maar moest in 1853 het land verlaten. Hij werd toen bij de Pruis, justitie aangesteld als kantonrechter; na 1864 was hij weer rechter in Sleesw.-Holst. tot zijn pensionneering, waarop hij tot zijn dood in 1888 te Hademarschen woonde. Tot zijn vrienden behoorden de Mommsens, met wie hij zijn eerste werk Liederbuch dreier Freunde schreef. Zijn lyriek onderscheidt zich door zuiveren eenvoud, diep gevoel, oorspronkelijke beelden, welluidende taal en edele rhythmen ; zij omvat ernstige en vroolijke, vaderlandsche en liefdes-gedichten.
Zij verscheen in den bundel Gedichte (1852) en in de uitgaven zijner volledige werken; tot de mooiste gedichten behooren o. a. Elisábeth, Oktoberlied, Die Stadt en Lied des Harjmmadchens. Even hoog als de lyrische dichter staat de novellist: zijn ruim vijftig romantisch getinte novellen behooren tot de mooiste der Duitsche letterkunde. S. geeft daarin meer stemmingen weer en innerlijke ervaringen dan handelingen ; meestal zijn het droevige herinneringen van eenzame oude menschen, die hij vertelt, want hij heeft een zekere voorliefde voor tragische stoffen, ofschoon hij zijn helden niet door schuld laat ten onder gaan ; de karakterteekening is meesterlijk. Tot de beste of bekendste novellen behooren: Immmsee (1852); Viola Tricolor (1873); Aquis Submersus (1876); Psyche (1877): Die Chronik von Grieshuus (1884) en Der Schimmelreiter (1888).
