Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Spirochaeta

betekenis & definitie

Spirochaeta - Onder Spirochaetiden verstaat men zeer kleine en dunne, gewonden, één-cellige organismen, wier directe verwantschap niet bekend is. De meeste zijn zóó klein, dat een nadere studie omtrent den bouw vrijwel uitgesloten is. De grootste der Sp. meet 150/1000 m.M. en is dan betrekkelijk groot en goed te onderzoeken. Deze, de Sp. balbianii, levende in de maag van den oester, toont in haar proto-plasma talrijke vochtblazen ; in de wanden, die deze blazen van elkander scheiden, vindt men chromatinekorrels, zooals die in kernen voorkomen.

Een eigenlijke kern hebben de Sp. dus niet, maar deze is door de geheele cel verspreid. Een celwand ontbreekt. De vorm is altijd min of meer schroefvormig gewonden. Voortplanting uitsluitend door dwarsdeeling. Vele zijn zeer buigzaam. In verschillende punten komen de Sp. overeen met de bacteriën, in andere met de Trypanosomen.

Vele brengen ziekten teweeg, welke altijd een periodiek karakter hebben ; de infectie geschiedt door gelede dieren, b.v. wantsen, ook door direct contact. De Sp.-ziekten kunnen direct met chemische middelen bestreden worden. Sp. leven vrij in de natuur, b.v. in slootwater ; verder bij den mensch in de mondholte (Treponema dentium en buccale) als onschuldige commensalen ; op ontstoken slijmvliezen, in het bloed en in alle weefsels als celparasieten. De ziekten, Spirochaetosen, toonen een zeer verschillend beeld. Vooreerst heeft men bloedziekten, veroorzaakt door bloedspirochaeten ; Sp. duttoni geeft de Afrikaansche wisselkoorts, wordt door een teek overgebracht; Sp. recurrentis, verwekker van de Buropeesche wisselkoorts in Z.O.-Europa, overgebracht door de bedwants en de kleerenluis. De meest bekende is de Treponema pallidum, de verwekker van de syphilis.