Scheelzien - Onder normale omstandigheden werken de beide oogen zóó te zamen en worden zij onwillekeurig zóó gericht dat het beeld van een voorwerp, waarnaar gekeken wordt, op symmetrische plaatsen van het netvlies komt en dan als één enkelvoudig beeld wordt opgevat. Hiertoe is een zeer nauwkeurige samenwerking van de oogspieren van beide oogen noodig. Kijken wij b.v. naar een voorwerp, dat schuin voor ons staat, dan moeten wij het ééne oog naar buiten, het andere juist naar binnen bewegen. Zoodra nu deze samenwerking van de oogspieren verbroken is, treden dubbelbeelden op en staan de oogen niet meer evenwijdig.
Dit laatste zien wij en spreken van scheel zien. Het eerste wordt door den patiënt bemerkt, hoewel deze zich, indien het s. lang duurt, aan één enkel beeld went en het andere verwaarloost. Het s. kan berusten op verlamming van één of meerdere oogspieren of is een abnormale verhouding en evenwicht daarvan. Terwijl de oogspierverlammingen een bijzondere, op de oorzaak der verlamming gerichte behandeling behoeven, kunnen andere gevallen van s. door operatieve behandeling tot verbetering gebracht worden. De operaties bestaan in het geheel of gedeeltelijk doorsnijden der peezen van de spier, wier werking verzwakt moet worden, of het aanhechten van een pees op een andere plaats van den oogbol.