Rubiaceeën - belangrijke plantenfamilie der Sympetalen, met ongeveer 4500 soorten, vooral in de tropen, doch ook wel in de gematigde tot koude streken. Het zijn kruidachtige of houtige planten, in de tropen meestal boomen, met kruisgewijs-tegenoverstaande bladeren met steunbladeren, viertot vijftallige bloemen met meest kleine kelk, vergroeidbladige, vaak trechtertot trompetvormige bloemkroon, 4—5 meeldraden en een onderstandig vruchtbeginsel, dat meest tweehokkig, soms ook wel 4—5hokkig is. De vrucht is zeer verschillend van bouw ; soms is het een doosvrucht, zooals bij Cinchona (Kina), soms een bes, zooals bij de koffie. Een typisch kenmerk van de familie is te vinden in den vorm der steunbladeren ; deze zijn n.l. vaak twee aan twee met elkaar vergroeid, zoodat er aan een stengelknoop 4 bladeren zitten, n.l. twee groote gewone bladeren tegenover elkaar en twee kleinere steunbladeren eveneens tegenover elkaar.
Soms zijn de twee steunbladeren even groot als de gewone bladeren, zoodat er een krans van 4 bladeren in den knoop schijnt te staan. Soms ook zijn de steunbladeren niet vergroeid, doch even groot als de gewone bladeren, zoodat er een 6-tallige bladkrans is gevormd, b.v. bij Galium (Walstroo). Er komen een groot aantal nuttige en gekweekte planten in deze familie voor b.v. Cinchona (kina), Uncaria (Gambir), Coffea (Koffie), Asperula (Lievevrouwen-bedstroo), Galium (Walstroo), Rubia (Meekrap).
