Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Rijp (de)

betekenis & definitie

Rijp (de) - gem. in N.-Holl. ; 371 H.A., meest laagveen, overigens kleigrond (in de drooggelegde meren). De gem. telt 1400 inw. Zij bevat alleen het dorp de Rijp, 6 K.M. ten N.W.van Purmerend. Oudtijds was het een buurtschap, tot Graft behoorende, maar door de walvisch- en haringvangst nam het snel in bloei toe en werd in 1607 zelfstandig.

Het dorp had veel van groote branden te lijden (o. a. in 1654), maar herstelde zich telkens. Het is nog een aanzienlijke plaats, met 1200 inw.; scheepsbouw, houtzagerij; veeteelt in de omgeving. Het heeft vier kerken en een fraai raadhuis. R. is de geboorteplaats van Leeghwater.