Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Panthera

betekenis & definitie

Panthera, - een Romeinsch soldaat, wordt door Celsus bij zijn Christenbestrijding omstr. 180 n. C. genoemd als de vader van Jezus. Met hem zou Maria als vrouw van Jozef echtbreuk hebben gepleegd, Origenes. c. Cels. I, 28, 32. Joodsche verhalen in den Talmud en de latere Toledoth Jesjoe spreken van een Pandera.

Vermoedelijk hebben we hier te doen met Joodsche oppositie tegen de Christelijke overtuiging, dat Jezus, de Zoon Gods, meer was dan zoon van Jozef. De panther, aan Dionysos gewijd, was het symbool der hartstochten. Volgens anderen zou parthenos, maagd, zijn verminkt tot lupa, lichtekooi. R. Seeberg vermoedt, dat P. de naam van Maria’s vader was. H. L. Strack, Jesus, die Häretiker und die Christen nach den ältesten jüdischen Angaben (1910); H. Laible, Jesus Christus im Talmud (1891); H. Oort, Theol. Tijdschrift (1883), 538.

< >