Neuzen - of Terneuzen, gem. in Zeeland in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen aan de Schelde; 3339 H.A., alles zeeklei, die als bouwland wordt gebruikt. Zij telt 9600 inw., die vooral bestaan van landbouw (ook vlas), scheepvaart (langs ’t kanaal), scheepsbouw en suikerfabrikatie. Behalve het N., vindt men er de buurten Sluiskil en Driewegen. Het stadje N. ligt aan de Westerschelde, bij ’t begin van 't kanaal naar Gent.
Het werd door Alva versterkt (1572—73) tegen de Watergeuzen, die het evenwel toch innamen. Later gingen de vestingwerken door sloopen en afspoeling te loor, totdat zij in 1833—39 werden hersteld. N. is nu echter geen vesting meer. Het stadje (6000 inw.) bloeit door de scheepvaart sedert de opening van genoemd kanaal (1827), daar het den kortsten waterweg van Gent naar zee vormt. De spoorlijn naar Gent werd in 1869 geopend. Stoombootdienst naar Vlissingen en Hansweert.