Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mysore

betekenis & definitie

Mysore, - 1) vazalstaat in het Britsch-Indische presidentschap Madras, Voor-Indië, beslaat het Z. deel van het tafelband van Dekan. Het klimaat is door de hooge ligging des lands niet zoo warm als in de nabijgelegen kustvlakten. Door den geringen regenval en de vrij dunne bevolking heeft het landschap in den drogen tijd een woestijnachtig voorkomen. In de streken die in cultuur gebracht zijn, wordt de landbouw nog vrij extensief gedreven, doch de rijke grond (cotton soil) levert ondanks watergebrek toch goeden oogst: gierst, tarwe, mais, oliezaden.

Tijgers, olifanten, wilde zwijnen, gazellen en antilopen zijn er nog in menigte. M. werd in 1685 bij het rijk van Delhi ingelijfd en kwam onder den stadhouder van Dekan. Bij het uiteenvallen van het rijk van den Groot-Mogol, kwam de Brahmaansche vorstenfamilie weer aan de regeering, doch werd in 1759 door Haidar Ali, den Mohammedaanschen opperbevelhebber der M.-troepen, verjaagd. Haidar Ali en zijn zoon Tippo Sahib breidden M. naar alle zijden uit en stonden in den Engelsch-Franschen strijd om Indië aan de zijde der Franschen, maar Tippo werd bij de bestorming van Seringapatan in 1799 gedood.

De Engelschen herstelden de oude dynastie in M., annexeerden in 1830 het gebied, doch gaven het in 1880 weer aan den vorst terug, met eenige beperkingen van zijn gezag.

2) M. sedert 1800 de hoofdstad der vorsten van M., 130 K.M. ten Z.W. van Bangalore; 72.000 inw.

< >