Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Monsterrol

betekenis & definitie

Monsterrol, - akte, door den waterschout opgemaakt bij de aanmonstering van scheepsofficieren en scheepsgezellen. Zij moet bevatten : 1) namen van schip, schipper, scheepsofficieren en scheepsvolk ; 2) de plaats, waar de reis een aanvang neemt en die van bestemming en terugkomst; 3) de bedongen gage en of deze bij de reis of bij de maand verdiend wordt; 4) het beloofde of ontvangen handgeld ;

de verplichting van ieder lid der equipage om met zijn goed aan boord te komen op den tijd door den schipper bepaald en wijders om zoowel binnen als buiten ’s lands niet buiten het schip te vernachten zonder verlof van den schipper, benevens om zijn goed niet weder van boord te mogen brengen zonder visitatie van schipper of stuurman ; 6) de verklaring van den stuurman, dat hij al of niet bevorens naar de plaats der bestemming als officier heeft gevaren ; 7) het recht van den schipper om af te danken en zonder gage, vóór zijn vertrek, aan land te zetten ieder lid der equipage, dat zich in een kwaliteit heeft verhuurd, waartoe het onbekwaam is ; en ingeval die onbekwaamheid eerst na het vertrek van het schip ontdekt wordt, aan dezen de kwaliteit en gage toe te kennen, die de schipper voegzaam zal oordeelen ; 8) de omschrijving van het voedsel of z.g.n. rantsoen, dat in gewone omstandigheden aan ieder man wekelijks moet worden gegeven ; 9) de verplichting om zonder tegenspreken den schipper en de officieren, ieder in zijn kwaliteit, te gehoorzamen en zich van dronkenschap en vechterijen te onthouden ; 10) de letterlijke invoeging van den inhoud van artt. 404, 423, 442, 443, 444 en 446 K.; 11) de bepaling, dat hij, die deserteert en het schip vóór de afdanking verlaat, zijn te goed zijnde loon verbeurt; 12) de verplichting van den stuurman om te zorgen voor behoorlijke stuwing en plaatsing der in te ladene goederen, op straffe van schadevergoeding ; 13) de verplichting van den stuurman om dag en nacht aan boord te blijven wanneer het schip koopmansgoederen in heeft en om voor de sluiting vooral des nachts zorg te dragen; 14) de verplichting van de officieren en scheepsgezellen om zich betamelijk en overeenkomstig de regelen van goede orde, zoo met opzicht tot de openbare godsdienstoefening, als bij alle andere gelegenheden te gedragen ; 15) de algemeene verplichting om bovendien na te komen hetgeen verder bij het Wetb. v. K. is voorgeschreven ; 16) eindelijk al hetgeen verder tusschen partijen mocht zijn overeengekomen (art 397 K.). Verder wijst de m. volgens art. 10 der Tuchtwet de bestemming van de gelden aan, voortvloeiende uit de verbeurde gage, terwijl krachtens art. 20 derzelfde wet nog in de m. moeten zijn omschreven gage, voeding, ruimte tot ligging en verblijf en betamelijke behandeling der schepelingen. — Door de m. worden de voorwaarden der verbintenissen tusschen schipper en officieren en scheepsvolk bewezen. Bij gebreke van m. worden alle andere wettige bewijsmiddelen aangenomen (art. 395 K.). —De m. behoort tot de scheepspapieren, welke de schipper aan boord behoort te hebben (art. 357 K.). — (militair). De staat, waarop periodiek, in den regel elke drie maanden, verantwoording geschiedt van aan de soldaten toekomende soldij, toelage, levensmiddelen, enz.

< >