Mishandeling - M. wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 2 j. of boete van ten h. ƒ300. Heeft ze zwaar lichamelijk letsel of den dood ten gevolge, dan wordt ze gestraft met ten h. resp. 4 en 6 j. Met m. wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeeling der gezondheid. Poging tot m. is niet strafbaar (art. 300 Sr.). M. gepleegd met voorbedachten rade wordt, naar de onderscheiding van het vorige art. gestraft met resp. ten h. 3, 6 en 9 j. (art. 301 Sr.). Hij, die aan een ander opzettel. zwaar lichamelijk letsel toebrengt, wordt, als schuldig aan zware m., gestraft met ten h. 8 j., of, indien het feit den dood ten gevolge heeft, met ten h. 10 j. (art. 302 Sr.).
Zware m. met voorbedachten rade wordt gestraft met resp. t. h. 12 en 15 j. (art. 303 Sr.) De in de artt. 300— 303 bepaalde straffen kunnen met een derde worden verhoogd:
1) ten aanzien van den schuldige die het misdrijf pleegt tegen zijn moeder, zijn wettigen vader, zijn echtgenoot of zijn kind;
2) indien het misdr. wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening; indien het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor leven of gezondheid schadelijke stoffen (art. 304 Sr.).
Bij veroordeeling wegens m. kan ontzetting van bepaalde rechten worden uitgesproken (art. 305 Sr.).
Zij die opzettelijk deelnemen aan een aanval of vechterij, waarin onderscheiden personen zijn gewikkeld, worden, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de bijzondere door hem bedreven feiten, gestraft 1) met gev. van t. h. 2 j, indien de aanval of de vechterij alleen zwaar licham. letsel ten gevolge heeft;
2) met gev.str. van ten hoogste 3 j., indien de aanval of vechterij iemands dood ten gevolge heeft (art. 306 Sr.).