Minimen - (Ordo fratrum minimorum Sancti Francisci de Paula), minste broederen, de leden eener door den H. Franciscus van Paula (1416-1507) gestichte kloosterorde. Ter ondersch. van de Minderbroeders (Fratres minores, Franciscanen) noemden zij zich Fratres minimi, om zich aan te duiden als de minsten onder de geestelijke ordebroeders. Bij hun stichting te Cosenza in Calabrië (1436) noemden zij zich Eremieten van den H. Franciscus van Assisi (Fratres Eremitae Sancti Francisci); hun orde werd in 1474 door Sixtus IV, als Fratres minimi werden zij in 1492 door Alexander VI bekrachtigd. In Frankrijk, waar zij zich onder Karel VIII uitbreidden, noemde men hen „de goede lieden” (les bons hommes); in Spanje heetten zij Fratres de Victoria, daar men den gunstigen uitslag van den oorlog van Ferdinand den Katholieke tegen de Mooren toeschreef aan de kracht van hun gebed; in Duitschland, waar zij zich in 1497 vestigden, heetten zij meestal Paulijnen of Paulanen.
Tot hun uitbreiding werd zeer veel bijgedragen, doordat Alexander VI en Julius II hun alle privileges der bedelorden verleenden, en ook door de heiligverklaring van hun stichter. In de 18e eeuw hadden zij 450 kloosters met 25.000 leden in 31 provinciën. Hun ordeskleed is een habijt uit zwarte wol met een gordel met twee knoopen. Hun regel eischt, behalve de drie gewone kloostergeloften, nog de geheele onthouding van vleesch en zuivel. Tegenwoordig bestaat de orde alleen nog in enkele kloosters in Italië. — In Spanje werd in 1492 een orde voor nonnen (minste zusteren) opgericht, zonder evenwel verdere uitbreiding te vinden.
