Michaël - (Hebr., „wie is gelijk God ?”), wordt in het N. T. (Judas vers 9) aartsengel genoemd. Volgens de daar aangehaalde overlevering, vgl. Henoch 90 : 20 v., en een apokal. geschrift, dat verloren ging: Mozes’ hemelvaart, streed hij met den satan om het lijk van Mozes. Ook in de Openbaring van Johannes 12 : 7 wordt hij voorgesteld als de overwinnaar van den draak of satan.
Zoo werd hij evenals de Joden in hem zagen den beschermer van hun volk, Dan. 10:13, 21, 12:1, door de Christenen beschouwd als beschermer der kerk. Over zijn strijd met den duivel F. W. Drijver, Historie en legende, bl. 175. — Zijn figuur wordt bij het synkretisme dooreengehaald met Hermes en dgl. goden. Vgl. W. Lueken, Michael (1898); P. Carolidis, Anubis, Hermes, Michael, (1913); verdere litt. bij A. v. Veldhuizen, Kolossenzen, Theol. Stud. 35 (1917). — Verschillende feesten werden te zijner eer ingesteld, waarvan het oudste (5e eeuw) oorspronkelijk op 30, later 29 Sept. werd gevierd, als gedachtenis aan de wijding der kerk van den H. M. te Rome (via Salaria). In de 6de eeuw werd daarbij het feest van 8 Mei gevoegd, ter gedachtenis aan de verschijning van M. op den berg Gargano bij Siponto.