Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Marokko

betekenis & definitie

Marokko - sultanaat in N.W.-Afrika, groot 439.200 K.M.2 Voor het grootste gedeelte Fransch, het N. deel 21.800 K.M.2, Spaansch protectoraat. Het omvat het W. gedeelte van het Atlas-gebergte en het N.W. voorland daarvan, het belangrijkste deel van M. en ook een klein deel van het Saharagebied. Tusschen Atlas en Rif (langs de Middell. Zee) strekt zich een tafelland uit.

Hiervoor ligt de 330 K.M. lange, 30 a 40 K.M. breede hoogvlakte, waarin o. a. Marakesj ligt, die door de rivieren in diepe kloven doorsneden wordt. De bodem bestaat hier uit diluvium en is rijk aan irrigatiewerken en cultuurland. Noordelijk ervan bevindt zich een eentonige, dunbevolkte steppengordel, waarop weer een 50—70 K.M. breede strook volgt, met zeer vruchtbare löss- en zwarteaardebodem (el Tirs). De kust van den Atlantischen Oceaan wordt grootendeels gevormd door een duingordel. Het klimaat is tamelijk koel, ofschoon in den zomer, vooral in het binnenland groote hitte kan voorkomen. Tanger heeft een jaartemperatuur van 17,8° C. Dec. 12,6°, Aug. 21,5°. De uiterste temperaturen in Mogador, aan de W.-kust zijn + 11° en 30°, in de stad Marokko — 1,1° en 39°. In Tanger valt 815 m.M. regen (van Oct. tot April 723 m.M.). — Het voorland, zoowel het Tirsgebied, als het diluviale plateau, zijn bijna boomloos, wel struikgewas.

De bevolking wordt geschat op 3.464.000 inw. In het Spaansche deel wonen er ± 404.000. De bevolking bestaat uit Berbers en Arabieren. De laatsten leven hoofdzakelijk in het midden en het N. deel van het Atlantische kustgebied. Beide rassen hebben zich ook dikwijls vermengd. Verder komen er nog een aanzienlijk aantal Joden en Negers voor. De Arabieren zijn over het algemeen veehouders en wonen in tenten, de Berbers zijn meer landbouwers, kooplieden en handwerkers, hebben meer vaste nederzettingen en bewonen steenen huizen. De godsdienst is de Islam. — Verbouwd worden tarwe, gerst, mais, boonen, aardappelen, vlas, tabak en verschillende vruchten, als noten, amandelen, vijgen, cactusvijgen, druiven, olijven, kalebassen.

In den laatsten tijd is men ook met den katoenbouw begonnen. Het woestijngebied levert gom. De veeteelt levert schapen, runderen, ezels, fraaie paarden, veel hoenders; ook aan bijenteelt wordt gedaan. Eieren en was zijn belangrijke uitvoerartikelen. De zeeën om M. zijn rijk aan visch, vooral tonijnen en sardientjes. M. schijnt rijk aan mineralen te zijn: o. a. koper, ijzer, lood en antimonium, doch de vijandigheid van de bevolking verhindert het aanleggen van mijnen. De industrie, die vroeger aanzienlijk was, neemt meer en meer af. De voornaamste takken zijn de textiel- en leerindustrie (Marokkijn), o. a. het vervaardigen van geel lederen muilen, Verder maakt men tapijten en ijzeren en koperen voorwerpen. — De import bedroeg in 1912 ƒ 96.581.760, de export ƒ 36.990.000 (van en naar Nederland resp. ƒ 1.405.644 en ƒ 422.760).

De voornaamste haven is Casablanca. — De verkeerswegen in het binnenland zijn primitief. Van Casablanca hebben de Franschen een spoorweg aangelegd naar Fez, terwijl een lijn van Oran uit naar de laatste stad in aanleg is. Ook bestaat het plan een spoorweg van Tanger naar Fez aan te leggen. — In naam staat aan het hoofd van de regeering de sultan (Emir-al-Moemenin), maar sedert 1912 is M. verdeeld in een Fransch en een Spaansch protectoraat, In het Fransche heeft de residentgeneraal de macht in handen, terwijl in het Spaansche de sultan vertegenwoordigd wordt door een Kalipha, door hem gekozen uit een door het Spaansch gouvernement ingediende voordracht. Tegelijk is het gebied van Tanger tot een internationale haven verklaard (600 K.M.2 met 60.000 inw.). — 2) of Marrakesj, stad in Marokko, 87.000 inw., gelegen in een uitgestrekte, vruchtbare, goedbevloeide vlakte aan den voet van den Hoogen Atlas. De stad is door wegen met Casablanca en Mogador verbonden en beheerscht den weg over de Tisi-n-Taloeëtpas.

Zij is uitgestrekt, heeft veel groote open pleinen en tuinen en overvloed van water. Het centrale gedeelte is een warnet van nauwe, hoekige straatjes en stegen. De voornaamste gebouwen zijn de groote Koetoebia-moskee en het paleis van den Sultan. Er is een drukke zijde-bazaar en een leerindustrie, vooral van geel leeren muilen, De stad is door een zes M. hoogen, zeer dikken muur omgeven. Ned. consulaat.