Ludwigslied - waarschijnlijk door een Frankisch geestelijke gemaakt, is een der belangrijkste gedichten uit den oud-Hoogduitschen tijd, heeft tot onderwerp de overwinning van den Westfrankischen koning Lodewijk III bij Saucourt in Picardië, in 881, op de Noormannen.
Ofschoon in populairen toon gedicht, moet de vervaardiger toch een geestelijke geweest zijn. Voor de eerste maal werd het door Schilter (Straatsburg 1696) zeer verminkt uitgegeven naar een afschrift, dat door Mabillon aan het handschrift ontleend was. Dit laatste achtte men reeds lang verloren, toen Hoffmann von Fallersleben het te Valenciennes terugvond en het gedicht in de door hem met Willems uitgegeven Elnonensia (Gent 1837) in een nauwkeurigen afdruk bekend maakte. Het lied komt in bijna alle oud-Duitsche leesboeken, als van Wackernagel, Schade, Kurz, Braune, enz., voor. Een zeer goede uitgave vindt men in Müllenhoff und Scherers „Denkmaler deutscher Poesie und Prosa”.
