Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Leitha

betekenis & definitie

Leitha, - zijrivier van den Donau, ontspringt met twee bronrivieren, de Schwarza en de Pitten, in de Oostenrijksche Alpen en stroomt eerst N.O. langs den Zuidrand van het Weenerbekken, om dan Z.O.-waarts om te buigen, door het Leitha-gebergte te breken, en in de Kleine Hongaarsche vlakte bij Hongaarsch Altenburg den Zuidelijken arm van den Donau te bereiken. De L. is gedeeltelijk grensrivier tusschen Oostenrijk en Hongarije; van daar de namen Cis- en Transleithanië voor de beide rijkshelften. — Het Leitha-gebergte is een Noordoostelijke uitlooper van de Alpen en scheidt het Weenerbekken van de Kleine Hongaarsche vlakte. Het bestaat uit kristallijne gesteenten en verheft zich in den Sonnberg bij Eisenstadt tot 481 M. Het breekt met een steilen wand aan den Donau bij Pressburg af, zoodat het hier met de Kleine Karpaten aan den overkant de Hongaarsche Poort vormt en de verbinding tusschen Alpen en Karpaten vormt.

< >