Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lawn-tennis

betekenis & definitie

Lawn-tennis - of tennisspel, nog steeds aangeduid naar zijn Engelsche afkomst, waar het vroeger bij voorkeur op grasbanen (lawns) werd beoefend, vormt in tal van sportkringen in Nederland een geliefkoosd zomerspel. Men mag opmerken, dat de beoefening ervan kostbaar is, met name wat den aanleg der banen betreft, hoofdzakelijk gemaakt van poreuse aarde (gravel), asphalt of cement; doch een der voorwaarden eener behoorlijke beoefening van dit spel is wel de onberispelijkheid der banen, opdat de elastieke bal bij het neerkomen op den bodem steeds volkomen zuiver opspringe. Het spelen op grasbanen komt in ons land, door den slechten aard van den ondergrond, zoo goed als in het geheel niet voor. Lawntennis is een betrekkelijk jonge sport ten onzent, hoewel het oorspronkelijk spel zeer oud is te noemen.

Uit Engeland is het tot ons gekomen, maar veel vroeger, in de Middeleeuwen, werd het reeds in Frankrijk beoefend, onder den naam van „jeu de longue peaume”. In 1874 zien wij het tennisspel pas weer in Engeland verschijnen, waar Wingfield er nieuwe regels voor schreef, en waar het nieuw-oude spel dadelijk uiterst populair werd. De beoefening van het spel in ons land dagteekent van een dertigtal jaren geleden; maar voornamelijk was het de „Intern. Sport-tentoonstelling” van ongeveer 20 jaar terug, gehouden te Scheveningen, welke een meer algemeene belangstelling voor het sierlijke spel ingang wist te doen vinden. Nadien werden de bekende Bataaf-banen in de Scheveningsche boschjes aangelegd en dadelijk daarop eenige internationale wedstrijden uitgeschreven, waardoor onze Nederlandsche speelsters en spelers de finesses van het moeilijke spel leerden. Sedert nam het aantal tennisspelers in ons land niet slechts aanzienlijk toe, maar het speelgehalte steeg aanmerkelijk; en in de laatste jaren weten de buitenlandsche spelers, die onze internationale tenniswedstrijden bezoeken, dat zij gelijkwaardige tegenstanders tegenover zich zullen vinden. Deze vooruitgang van het spel ten onzent ligt voor een voornaam deel aan de tallooze wedstrijden, die des zomers gespeeld worden op onze verschillende banen in tal van plaatsen in ons land. De kern van tennis is trouwens gelegen in het wedstrijd-element, waartoe feitelijk elke gespeelde partij gelegenheid biedt.

In 1899 werd de „Nederlandsche Lawntennis Bond” opgericht, op initiatief van eenige Haarlemsche, Haagsche en Rotterdamsche tennisclubs. Het is voornamelijk in de laatste jaren, dat deze organisatie een groote kracht is gaan toonen, zoodat bijna alle Nederlandsche tennisclubs tot den Bond zijn toegetreden. Deze Bond, aangesloten bij het Nederlandsch Olympisch Comité, leidt en regelt het algemeene tennis-wezen in ons land, terwijl het de plaatselijke belangen geheel aan de zorgen der afzonderlijke clubs overlaat.

Lawntennis wordt gespeeld in de open lucht op banen, welke moeten beantwoorden aan afmetingen van ongeveer 40 bij 18 M.; de spelers, één tegen één, of twee tegen twee, zijn gewapend met een slagvoorwerp, waarover sterk veerende snaren zijn gespannen. Het speeldoel is, om een kleinen, elastieken bal van de afslag-plaats over het in het midden van de banen op ongeveer één Meter hoogte gespannen net te slaan, binnen zekere lijnen, en, zoo mogelijk na den eersten opsprong, buiten het bereik van de tegenpartij. Ingewikkeld zijn de regels niet; doch om het spel goed te spelen, wordt veel vaardigheid vereischt.