Lawn-tennis
[Eng.] bep. slagbalspel, oorspr. op grasperk; nu: tennis.
Winkler Prins (1949)
spel met racket en bal, gespeeld op gravel-, cement-, of grasbanen. Aan weerszijden van een in het midden gespannen net is het speelveld in vakken verdeeld. De bedoeling is, dat de speler de bal over het net in een dier vakken slaat zonder dat zijn tegenpartij de bal kan retourneren. Het spel is onderverdeeld in games en sets.
M. J. Koenen's (1937)
o. (Eng. bal- of raketspel, oorspr. op een grasveld of lawn; tennis = Fr. tenez, vang op); gew. tennis(spel), z. ald.
John Kooy (1933)
balspel, gespeeld door 2 of 4 pers. (resp, enkel on dubbel spel) of door 3 pers. (Am. partij). De baan is door een net in tweeën gedeeld en door lijnen onderverdeeld. Met een racket moet een gummibal i/e bepaald veld v/d tegenpartij worden geslagen. In Ned. berust de algem. leiding b/d Ned. L.T.-bond.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: