Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kwikbooglamp

betekenis & definitie

Kwikbooglamp - booglamp, waarbij één of beide electroden uit kwikzilver bestaan. De geleiding van den stroom komt hierbij tot stand door geïoniseerde kwikatomen, waardoor het uitgezonden licht zeer sterk de spectraallijnen van kwik, speciaal de gele en groene lijnen vertoont. Om te vermijden, dat het kwik snel verdampt, moet de kwikboog binnen een geëvacueerd gesloten vat besloten zijn. Dit vat werd vroeger wel van glas vervaardigd, dat met water werd afgekoeld om het barsten er van te voorkomen.

Later werd het echter van kwartsglas vervaardigd, dat veel beter bestand is tegen hooge temperaturen. Om den kwikboog te doen ontstaan, brengt men eerst kwik van beide electroden met elkaar in aanraking, zoodat de stroom door kan gaan, terwijl vervolgens het contact wordt verbroken, waardoor de boog ontstaat. Ook kan de boog worden verkregen door een inductievonk tusschen de electroden over te laten springen. De k. wordt wel gebezigd voor verlichting; het licht is zeer economisch, hoewel niet aangenaam voor de oogen. Bestaat bij de k. één electrode uit kwik, de andere uit een ander metaal, b.v. ijzer, dan is het potentiaalverschil, dat noodig is om den stroom over te laten gaan, veel kleiner, wanneer het kwik kathode is dan wanneer het anode is.

Dientengevolge kan de k. gebezigd worden om in de electrotechniek wisselstroom gelijk te richten. In den laatsten tijd worden dergelijke kwikgelijkrichters in het groot toegepast. De vaten, waarbinnen de lichtboog besloten is, zijn dan van staal. — Op beperkte schaal worden k. tegenwoordig in de industrie gebezigd voor desinfectie van drinkwater en voor het bleeken van oliën en wassoorten. In beide gevallen berust de werking op de uitgezonden ultraviolette stralen. Gewoonlijk worden de k. voor deze toepassingen gebouwd als „dompellampen”, die zich dus geheel en al in de vloeistof bevinden.

< >