Jülicher - (Adolf), geb. 1857, hoogleeraar voor het N. T. te Marburg, een leidende figuur op het gebied der inleiding, waar bijv. P. Feine en J. M. S. Baljon sterk onder zijn invloed verkeeren. Vooral komt zijn naam ter spfake bij de gelijkenissen van Jezus en bij het bestrijden van de Christusmythe.
Hij is medewerker o.a. aan Herzog-Hauck, Real-Enzyklopädie, de Gegenwartsbibel en Religion in Gesch.u. Geg. Schreef o.m. Neue Linien in der Kritik der ev. V eberlieferung, 1906; Paulus und Jesus, 1907; Die Religion Jesu und die Anfänge des Christentums (Kultur der Gegenwart I, 4), 1905, 1909; Die Gleichnisreden Jesu, 2 Bde., 1888/89, 1910; Hat Jesus gelebt? 1910; Einleitung in das N.T., 1894,1919 (zijn hoofdwerk, de laatste drukken ongewijzigd).