Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Isolator

betekenis & definitie

Isolator, - materie, die de electriciteit niet geleidt. In een i. is derhalve een geleidingsstroom onmogelijk, wel kan er een diëlectrische verschuiving, en daarmede een verschuivingsstroom in optreden. Een i. bezit derhalve een zekere waarde van de diëlectrische constante, die des te grooter is, naarmate er gemakkelijker een diëlectrische polarisatie in tot stand komt.

Aangenomen wordt, dat een i. polarisatieëlectronen bevat, die aan een bepaalden evenwichtsstand gebonden zijn, waaruit ze door een electrische kracht verschoven kunnen worden. Behalve deze electronen worden in een i. ook electrische dipolen aangenomen, die door een electrische kracht wrorden gericht. Aangezien zulks des te meer zal geschieden naarmate de temperatuur lager is, dus de warmtebeweging, die het richten der dipolen tegenwerkt, minder is, zal de diëlectrische constante bij deze onderstelling toenemen bij afnemende temperatuur, wat ook inderdaad bij vele stoffen gevonden is.

< >