Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

I

betekenis & definitie

I - de 9de letter van ons alphabet en in gebruik als klinker. In het Latijn duidt zij èn klinker èn medeklinker aan (zie onder J). De punt erboven is niet van ouden oorsprong, maar komt eerst in de 5de of 6de eeuw onzer jaartelling voor. Zij komt voor in de volgende afkortingen:

ib., ibid. = ibidem (op dezelfde plaats ); — id. = idem (dezelfde of hetzelfde); — i. e. = id est (dat is, namelijk); — i. f. = in fine (aan het einde); — I. H. S. = de eerste 3 letters van den Griekschen naam Iêsos, Christusmonogram, beteekenend: I. Hominum Salvator (J. de heiland der menschheid) of I. Hortator Sanctorum (J. de vermaner der heiligen) of In Hoc Salus (bij Dezen is het behoud) of Iesum habemus socium (wij hebben J. tot bondgenoot). Vooral de H. Bernardus v. Siena heeft de verspreiding van het monogram bevorderd; de H. Ignatius v. Loyola gebruikte het in zijn zegel als generaal der Jezuïeten, die het in dien vorm hebben verspreid; — inf. = infra (zie ald.);

i. q. = id quod (dat wat); — i. q. e. d. = id quod erat demonstrandum (hetgeen moest bewezen worden); — it. = item (evenzoo).