Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Klinker

betekenis & definitie

Klinker - Een hardgebakken vormsteen, die gemiddeld een breukvastheid heeft van 300 K.G. per c.M.2 Gewone baksteen voor buitenmuurwerk heeft zelden meer dan 200 K.G. K. worden gebruikt voor waterdichte werken, voor zeer soliede werken en voor bestratingsdoeleinden. Zie KLINKERBESTRATING.

Naar de gelijkheid van kleur onderscheidt men kleurige en miskleurige klinkers en naar den min of meer gebogen vorm vlakke of getrokken klinkers. De k. ontleent zijn naam aan het helderklinkend geluid, dat ontstaat als men twee klinkers los tegen elkaar slaat. Voor goede straatklinkers wordt als eisch gesteld, dat ze niet meer dan 10 %, van hun volume aan water mogen opnemen. Bovendien worden ze naar hun drukvastheid beoordeeld. De A. V. van het Dept. v. Waterstaat eischen 335 K.G. per M.2 Men onderscheidt de klinkers o. m. in Waal-, Rijn- en IJsselklinkers, alsmede Groningsche en Friesche klinkers.

De Waalklinker is gemiddeld groot 20 X 10 X 6 c.M. De kwaliteit van den k. is in hooge mate afhankelijk van de wijze van fabrikage. Zoo onderscheidt men den ringoven-, den veldovenen den vlamovenklinker. Laatstgenoemde is de beste en de ringovensteen wordt over het algemeen als de minst deugdelijke beschouwd. Ze is niet taai en breekt daardoor spoedig in den weg.