Huttentut - of dederzaad (zie DEDER), het zaad van de Camelina sativa, is oliehoudend en wel gebezigd voor het slaan van olie. De overblijvende dederkoek is geelbruin en bederft spoedig. Zij worden zelden voor veevoeder gebezigd, aan melkkoeien gevoederd krijgt de melk een onaangenamen smaak. Met dederzaad wordt meermalen de lijnkoek vervalscht.
Men mengt bij lijnzaad wel dederzaad om zoodoende blanker lijnolie te krijgen ; verder heeft dederzaad even als lijnzaad in de bast der korrels een slijmstof. Lijnkoek beoordeelt men dikwijls naar het meer of minder dijen in kokend water. Vervalschte lijnkoek dijt weinig, omdat er minder slijmstof in voorkomt. Met dederzaad vervalschte lijnkoeken dijen echter wel. Toch is zulke koek minderwaardig, omdat dederzaad niet het speciaal gunstig effect op de melkafscheiding bezit, zooals wij dat van lijnzaad kennen.